Betekenis van:
man of the cloth

man of the cloth
Zelfstandig naamwoord
  • iem. die een kerkelijke wijding heeft ontvangen en voor de kerk werkt
  • a member of the clergy and a spiritual leader of the Christian Church

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

man of the cloth
Zelfstandig naamwoord
  • iemand belast met de lokale zielzorg
  • a member of the clergy and a spiritual leader of the Christian Church

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

man of the cloth
Zelfstandig naamwoord
  • degene die belast is met de verkondiging van het Evangelie en de herderlijke zorg voor de gemeente waaraan hij verbonden is
  • a member of the clergy and a spiritual leader of the Christian Church

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

man of the cloth
Zelfstandig naamwoord
  • clergyman
  • a member of the clergy and a spiritual leader of the Christian Church

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. It leads a lecher and a thief to soon become a man of the cloth.